Het Nederlandse bedrijfsleven: waar zijn we eigenlijk allemaal mee bezig? Schrijver/journalist Marcel van Roosmalen reist al jaren naar plekken en evenementen die voor onszelf vanzelfsprekend en doodnormaal zijn. Lezend in zijn boeken ga je je automatisch afvragen waar we al die drukte om maken, zeker door de droogkomische toon waarop Van Roosmalen het allemaal beschrijft in boeken als Nederland onder het systeemplafond.

We babbelen wat af in de polder

Vergaderingen, presentaties, openingen, netwerkborrels, cursussen en trainingen: we babbelen wat af in de polder. Niet zelden gebeurt dit onder het niet al te opwindende decor onder een systeemplafond, ergens aan een ringweg op een onooglijk bedrijventerrein. Marcel van Roosmalen is daarbij het soort verslaggever dat niet al te vaak een oordeel velt. Door gewoon op te schrijven wat hij ziet, schotelt hij de lezer hilarische taferelen voor. Althans, voor degene die het weet te relativeren.

Pijnlijke herkenning

Net als veel cabaretiers doen, weet Van Roosmalen gevoelige snaren te raken omdat menigeen zich herkent in zijn verslagen. Een groot deel van de werkende bevolking zit nou eenmaal achter een computer onder een systeemplafond, want de schoorsteen moet ook branden. Tussen de regels door zegt de schrijver desondanks: waarom nemen we onszelf en onze banen zo serieus? Vaak zijn we maar een klein schakeltje in een onoverzichtelijk geheel.

Weigerende beamer

Het tragikomische slapstick-aspect is alom aanwezig in de stijl van Marcel van Roosmalen. Als geen ander kan hij genieten van een man die zwetend probeert een beamer aan de praat te krijgen tijdens iets wat een gelikte presentatie had moeten worden. Er kruipt een IT-medewerker onder een tafel om de snoeren te controleren, het publiek begint steeds hoorbaarder te morren, het ongemak neemt toe. Er wordt enthousiast gereageerd: niet op de haperende presentatie, maar op de vraag of iemand nog koffie wil. Het is herkenbaar voor veel werknemers.

Hondenpoepsymposium of een opening van een FEBO-filiaal

Daarom is werkend Nederland een onuitputbare bron van inspiratie voor degenen met oog voor detail. Met name voor Van Roosmalen dus. Een hondenpoepsymposium in Nieuwegein: een hele avond discussiëren over hondenpoep. Of de opening van een filiaal van de FEBO in Zoetermeer. Anderen moeten er niet aan denken, de schrijver haalt er eindeloze inspiratie uit. Zeker als iets niet naar wens verloopt. Of juist als mensen iets te veel in zichzelf zijn gaan geloven, en vervallen in superlatieven over een hondenpoepzakje of een snackbar. Niet dat Van Roosmalen erop neerkijkt. Het is vooral de algehele drukte die hem zo aanspreekt, maar waarvan de reden tegelijkertijd geheel aan hem voorbijgaat.

Comments are closed.